Step 1

Neem een kookpot met stevige bodem en zet die op een laag vuurtje.

Step 2

Voeg de boter toe en laat smelten. Niet laten bruisen, gewoon gesmolten is goed genoeg.

Step 3

Doe de bloem bij in de pot en neem je garde of klopper. Klop goed door elkaar en blijf roeren totdat de roux droger is en 'm niet meer naar rauwe bloem ruikt.

Step 4

Giet de sojamelk erbij, maar doe dat in stappen. Begin met zo'n 200 ml en roer stevig. Je zal zien dat het erg snel erg dik wordt.

Step 5

Voeg meteen méér melk toe en blijf kloppen met je garde, zodat het geheel weer goed dik wordt. Zet je vuurtje ook een beetje harder, anders gaat het erg lang beginnen duren vooraleer je melk warm is en er een goede binding ontstaat. Blijf dit in zulke fases doen totdat je melk op is.

Step 6

Giet de sojaroom bij je saus. Dit kleurt je bechamel mooi wit én voegt een beetje extra volheid toe. Blijf roeren.

Step 7

Proef en kruid je saus met ruim zout, wat zwarte of witte peper en een goeie snuif nootmuskaat. Roer door elkaar en laat op zacht vuur enkele minuten doorwarmen, zodat de smaken zich kunnen verspreiden.

Step 8

Test de dikte even met je proeflepel: zodra je op de achterkant ervan een lijn door de saus trekt met je vinger, én die niet meer vanzelf dichtloopt, is je saus dik genoeg. Als dat nog niet zo is, kan je 'm enkele minuten langer laten indikken. Let op dat je goed roert tegen het aanbakken onderin je pot!