Step 1

Spoel de rijst een paar keer om met schoon water. Blijf dit doen totdat het spoelwater helder is.

Step 2

Doe de rijst met een ruime hoeveelheid schoon water in de pan. Laat de de rijst minstens 6 uur weken. Liefst een nacht.

Step 3

Lek de rijst uit in de zeef. Breng water in de pan aan de kook.

Step 4

Met een zeef stomen: hang de zeef met de rijst, citroengras en limoenblad (als je die gebruikt) in de pan. Leg de deksel van de pan op de zeef. Let op dat het water niet de rijst raakt als het begint te borrelen. Stoom 30 minuten of net zo lang tot de rijst rauwe kern meer heeft. Controleer regelmatig of er genoeg water in de pan zit.

Step 5

Met een Chinese stoommand stomen: verdeel de uitgelekte rijst (met of zonder citroengras en limoenblad) gelijkmatig over het kaasdoek. Doe de bamboedeksel op de mand. Zet de mand op een pan. Stoom 30 minuten of net zo lang tot de rijst geen rauwe kern meer heeft. Controleer regelmatig of er genoeg water in de pan zit.

Step 6

Voor de garnering: rooster de kokosrasp in een pan (zonder olie) op medium vuur totdat de kokos goudbruin is. Blijf tijdens het roosteren roeren om aanbranden te voorkomen. Roer er op het laatst zout en suiker naar smaak bij.

Step 7

Dek de rijst af met een vochtige theedoek of huishoudfolie om de rijst zacht te houden. Vlak voor het serveren kun je de rijst nog een keer kort stomen om op te warmen. Schep in een mooie schaal en garneer met kokosrasp.

Step 8

Of rol met natte handen balletjes van de iets afgekoelde rijst en leg in een Chinese stoommand met een stoompapiertje (of gewoon bakpapier waar je wat kleine rondjes uit geknipt hebt) en deksel. Het stoompapier zorgt ervoor dat de rijst niet vast plakt aan de bodem. Je kan ook de kaasdoek blijven gebruiken maar dat staat zo rommelig op tafel. Vlak voor het serveren stoom je de balletjes in de bamboemand warm. Garneer met kokosrasp. Zet de mand op tafel.