Step 1

Voeg de rijst in een pan met dikke bodem. Was de rijst met water (het liefst tweemaal). Giet wat water erin en voeg het zout toe. Als het water 1,5 tot 2 cm boven de rijst uitsteekt, leg je de deksel erop en breng je het aan de kook.

Step 2

Kook de rijst eerst voor 5 minuten op hoog vuur of tot het begint te borrelen. Zet het dan op een middelhoog pitje en laat het doorkoken voor 5 minuten. Nu verplaats je de pan op de kleinste pitje en zet je het vuur op z’n laagst. Laat het zo’n 15 tot 20 minuten koken tot de rijst wat bovenop ligt volledig droog is. Haal de pan van het vuur en laat het even rusten met de deksel erop. Schep de rijst om tot een geheel, tot alles korrelig is.

Step 3

Kook de kipfilet in ruim water met een beetje zout. Wanneer de kipfilet gaar is (de kip moet wit van kleur zijn), haal je de pan van het vuur. Giet het af en laat de kipfilet iets afkoelen. Pluk of snijd de kipfilet.

Step 4

Verhit de olie in een pan. Voeg de Chinese roerbakmix toe en bak het voor een paar minuten. Voeg de kip, nasikruiden, witte peper, uienpoeder, knoflookpoeder, gemberpoeder, paprikapoeder, cayennepeper, kippenbouillon, ketjap manis en sojasaus toe. Bak het samen tot de bouillon is opgenomen. Voeg de rijst toe en bak het mee tot het een geheel.

Step 5

Doe de rijstmengsel in een diepe kom en voeg het ei en bloem toe. Meng/kneed het samen tot een geheel. Vorm er bollen van (40 gr per bol).

Step 6

Dep de bollen in een geklutst eitje en daarna in de paneermeel.

Step 7

Leg ze in de koelkast voor een half uur zodat ze hun mooie vorm beter zullen behouden.

Step 8

Verhit de zonnebloemolie in een pan. Bak de nasiballen op 180 ℃ mooi goudbruin.