Step 1

Hak 4-5 sjalotten en 4 tenen knoflook fijn in een mixer. Fruit de sjalot en knoflook op matig vuur in een wok een minuut of 10 in een scheutje olie. Tot de uien zacht en ietwat verkleurd zijn.

Step 2

Hak ondertussen ongeveer 15 rode pepers grof en voeg na 10 minuten toe aan de gefruite sjalotjes en knoflook.

Step 3

Voeg nu 1 tl trassi en 1 tl laos toe. Meng alles even grondig door elkaar.

Step 4

Voeg een snuf zout toe samen met circa 5 el ketjap manis, 2-3 el bruine suiker, 1 el gula djawa en het sap van een 1/2 limoen. Vermeng alles goed.

Step 5

Kneus de bolle kant van een stengel sereh en voeg (geknoopt) toe aan het geheel. Voeg tevens 2-3 salam blaadjes toe. Laat op laag vuur even 2-3 minuten pruttelen. Niet te hoog vuur, anders verbrandt het.

Step 6

Blijf vervolgens constant de sambal omscheppen tot het vocht weg is. Dit duurt even. Je mag het vuur wat hoger zetten.

Step 7

Als de sambal mooi droog is dan kan je deze het beste bewaren in een (grondig schoongemaakt) glazen potje. Sluit het deksel en zet het potje 15 minuten op zijn kop. Draai om en je kan het afgedekt weken bewaren!