Step 1

De garnituren

Step 2

Kook de aardappelen in de schil gaar in gezouten water.

Step 3

Snijd de roosjes van de broccoli en gaar ze enkele minuten in water.

Step 4

Kuis de champignons en halveer de grote exemplaren. Smelt een klont boter in een pan en voeg een beetje kookvocht van de broccoliroosjes toe. Doe de champignons in de pan, voeg peper en zout toe en rasp er een teentje look en wat nootmuskaat over. Laat ze kort bakken.

Step 5

Giet de broccoliroosjes en aardappelen af, spoel ze onder koud water zodat de garing stopt en laat verder afkoelen.

Step 6

Laat ook de kort gegaarde champignons afkoelen in een kom.

Step 7

Halveer de paprika, verwijder de pitjes en zaadlijsten en snijd in dunne reepjes.

Step 8

Snijd het brood in blokjes.

Step 9

Schik alle garnituur op een plank of gebruik kommetjes.

Step 10

De kaasfondue

Step 11

Verwarm de wijn tot net tegen het kookpunt. Opgelet, de wijn mag niet beginnen pruttelen, dan is hij te heet.

Step 12

Rasp een teentje look bij de wijn en voeg een snuif cayennepeper en nootmuskaat toe.

Step 13

Rasp de kaas en meng wat maïzena onder de kaas. Dit zal zorgen voor de binding van de kaasfondue. Reken 1 grote eetlepel maïzena per kilo kaas.

Step 14

Neem een houten spatel en voeg al roerend de geraspte kaas toe aan de warme wijn. Blijf roeren tot de kaas en de wijn een geheel vormen.

Step 15

Breng op smaak met wat extra nootmuskaat en cayennepeper. Voeg ook een beetje citroensap toe.

Step 16

Zet de kaasfondue op tafel en hou hem warm op een vuurtje. Prik de lekkere garnituren op een prikvork en smullen maar. Smakelijk!